zaterdag 27 maart 2010

"Wacht maar af China! Want de boys komen eraan en we zijn wel degelijk pist!"

Even dringend die blog aanpassen, voordat we China en/of Tibet binnengaan.
Toen ik de boys in lumbini terug ging oppikken, zijn we na wat tempels en stuppa's terug de bus opgesprongen richting Kathmandu. Als je denkt dat Indische bussen een ramp zijn, kom dan eens naar Nepal! Over 200 km, hebben we 11,5 uren gereden. En tegen dat je in Kathmandu aankomt, dan voel je je als een geblende bananen-milkshake.
Thamel is het mekka van alle backpackers in Kathmandu. Hier komt de stad echt tot leven met live-muziek, bars, veel rommelwinkels, hamburgertenten, belgische frieten, enz... . Na een paar dagen hier rond te hangen, hebben een rafttrip geboekt voor twee dagen. Wij, die niet snel voor iets terugdeinzen, zagen niveau 3 niet zitten. Dit is voor mietjes, dus was niveau 5 snel geboekt. Het eerste wat we te horen kregen toen we boekten was: "Sometimes people die over there!". Maar we moeten het toegeven dat het een plezante ervaring was die rafting, maar we hebben nooit gedacht dat we gingen sterven (misschien den Dre wel, omdat die er tot tweemaal uitviel en zijn peddel verloor!).
Na de rafting zijn we nog eens gaan feesten in Thamel en hebben we (PJ en ik) afscheid genomen van den Bral en den Dre.
De volgende dag kwam Jonas De Maeyer (alias Zwei) aan in Kathmandu. Even op cafe gaan en wat bijkletsen over de laatste maanden en de rest van de trip zowat plannen.
Het plan was om Tibet in te gaan nadat we de Annapurna hadden beklommen. Zo gezegd, zo gedaan! Onze Tibettrip stond geboekt op 30 maart, want dan ging de grens terug opengaan. Dus zonder enige ergernis tegenover die FUCKING CHINEZEN, vertrokken we richting Pokhara om daar een trekking te doen naar Annapurna Base Camp, dat op 4200 meter ligt. Een klein mapje gekocht, onze permits in orde gemaakt, twee rugzakken klaargemaakt (1 zware en 1 lichte), geen klimstokken meegenomen (uw eigen benen is meer dan genoeg), geen gids die ons vergezelde ( als echte padvinders kunnen wij een kaart lezen) en geen sherpa die ons gerief droeg (want da is voor janetten). We hadden het plan dat we elke stop gingen verwisselen van gerief, op deze manier had er soms iemand de zware zak, soms iemand de lichte zak en soms iemand gewoon de fles water. Ze hadden ons gezegd dat we er ongeveer 10 dagen over gingen doen, omdat we het op ons eigen deden.
Ik moet zeggen dat we op 6 dagen al terug beneden waren. We hebben die berg als maniakken beklommen, maar dat hield ook het volgende in: ons knieen waren gewoon kapotgewandeld (en deze kunnen we nu nog altijd moeilijk gebruiken), elk van ons is minstens 4 kilo afgevallen, mijn voeten lagen volledig open (omdat ik niet echt de tijd had genomen om schoenen te huren), we kunnen geen trappen meer zien want dan beginnen we spontaan te zweten. Maar er was meer dan enkel miserie! De hele tocht door was een magnifieke beleving. Je wandelt door jungle, bergen, sneeuw, authentieke dorpen, enz... . Wanneer je het basecamp bereikt, stroomt die adrenaline door je lijf en word je zot. We hebben afgezien, maar het was het waard voor elke seconde zweet en bloed (mss tranen). Terug beneden zijn we een paar dagen gaan recuperen in Pokhara met al de mensen die je onderweg ontmoet naar ABC (Annapurna Base Camp) toe. Hier hoor je de strafste verhalen en de grootste falingen. Na afscheid te nemen van deze groep, kwamen we als een draaimolen weer aan in Kathmandu. Hier liepen we onmiddellijk als nieuwe venten naar het reisbureau om te horen ofdat we Tibet in konden. Hier kregen we weeral snel slecht nieuws. Onze laatste kans om Tibet in te gaan is 3 april, anders vliegen we rechtstreeks op China.
Laat het ons hopen! Want die chinezen zitten ons tot hier (met tot hier bedoel ik; "Zeker 1,5 meter hoog, want ja hoger zijn die dwergen niet!").
Voor foto's en meer kort nieuws over Tibet (ofdat we nu binnenglippen of niet), dat is terug te vinden op facebook.

Groetjes vanuit onze laatste week in Nepal

zaterdag 6 maart 2010

The Himalaya Experience and The Escape out of India

De laatste maand is weer voorbijgevlogen en er is weer vanalles gebeurd.
Na het vertrek van Wander ben ik een paar dagen later mijn ouders gaan oppikken aan de luchthaven in Bangalore. De eerste dag heb ik de stad laten zien en vanaf dag twee hebben we een auto gehuurd met chauffeur, want in India wil je zelf niet rondrijden (en een chauffeur voor een dag kost twee keer niks). Hampi en Goa hebben we bezocht en ik heb voor het eerst in een hotel geslapen met een zwembad. Het was een dikke week van propere matrassen, geen franse toiletten, verzorgd eten, weinig ongedierte in de kamers, verwenning, enz... . Voor mezelf was het een heel goedkope week, dat kon mijn budget wel effe gebruiken (merci mams en paps).

Na het afscheid met mijn ouders was het 1 lange rush naar Mumbai. Alles als een zot inpakken en van iedereen afscheid nemen waar ik de laatste maanden heb met samengeleefd en alles had met gedeeld. Dan was het op een vlieger springen en aankomen in Mumbai (niet meteen mijn favouriete stad). De boys (PJ, bral en dre) hadden me gezegd dat ze rond half 8 smorgens gingen aankomen. Geen probleem, dacht ik, toen ik rond middernacht landde. Op die manier kon ik me nog een kleine 8 uur tussen de bums aan de arrivalgate leggen, zodat ik toch nog iets van slaap kon vatten. Dat is niet meteen de gemakkelijkste opdracht want je blijft de enigste blanke en natuurlijk een grote attractie. "Which country?" en "What's your name?" blijven de nummer 1 en 2 van de indische vragen. Maar na wat maanden India ben je dat gewoon. Tegen 3 uur kon ik eindelijk wat slaap vatten, toen er een uur later weer eens op mijn schouder werd geklopt. Helemaal ondergedompeld in mijn slaapzak en totaal wazig, stond er een blank figuur naast me. PJ maakt me wakker en het mocht een klein wonder wezen dat hij mij vond in deze menigte. Ze waren verkeerd geweest qua landingsuur en ze hadden mijn gsm-nummer niet. Dus chanceke, maar na enkele minuten was ik klaar wakker en zag ik den Bral en den Dre ook op me afwandelen. Welcome to Mumbai boys!!
Na een treinticket geboekt te hebben en gauw onze bagage in een locker wegplaatst, was het tijd om een frisse pint te gaan drinken in Leopold's Cafe (het cult cafe van Mumbai). Hier heeft Gregory David Roberts zijn inspiratie voor zijn bestseller Shantaram gehaald.
Wat was ik wel bijna vergeten dat het die dag Holi (het kleurenfestival) was. Dus na enkele uren zijn we in een taxi gestapt om naar de slums te gaan. Hier werden we enkele keren aangevallen door een aanstormende bende kinderen, die ons bekogelde met kleuren. Na de gateway of India en het Taj Hotel gezien te hebben, zijn we terug naar Leopold's gegaan om ons nog eens te verfrissen. Tegen s'avonds moesten we nog wel een sprintje plaatsen om op de trein te zitten richting Agra.

Na 22 uren van snurken, kaarten, den dre wakker houden (bral zijn idee),chai drinken, verhalen vertellen van de laatste maanden ( en der waren straffe verhalen tussen), biryani eten, uit de trein te hangen, lezen zagen we de Taj Mahal. S'avonds zijn we als maniakken op ons eten gevlogen. Volgende morgend was de wondermooie Taj Mahal aan de beurt. S'avonds was het even afscheid nemen van de mannen, want ik moest India verlaten, maar we zouden elkaar terug zien 3 dagen later in Lumbini (plaats waar Buddha is geboren).

Aan de indische immigratie in Delhi heb ik nog 5 minuten met een ei in mijn broek gezeten, omdat ze mijn paspoort heel deftig inspecteerden. Maar toen kwam de vraag van de politieman:"Are you coming back to India?". Hier kon ik niet snel genoeg op antwoorden:" No, Sir." Het geluid wat de stempel maakte, gaf me een boost voor de volgende dagen. Aangekomen in Kathmandu (een ongelofelijke levende stad), ben ik al heel wat info gaan opzoeken voor de volgende weken qua trekking, Tibet, rafting, visums voor China en Tibet, enz... . Daarna ben ik op een 11 uren bus gestapt richting Lumbini en deze avond komen de mannen hier ook aan.

Foto's probeer ik op facebook te zetten, maar die computers hier werken echt slecht. Dus het kan wel effe duren. Mijn indische gsmnummer werkt hier ook niet meer, dus ik kan geen berichten ontvangen.

Hou jullie allemaal goe en tot binnen een paar weken!


zondag 14 februari 2010

The Terminal and The Tamil Tigers

Ik weet het, ik weet het! Het is twee maanden geleden dat ik nog eens een teken van leven gaf. Maar ik heb serieus wat meegemaakt deze maanden in deze wilde rush van gekte. Voor Kerst zijn we met wat mensen terug naar Hampi getrokken en het nieuwe jaar heb ik gevierd hier in typische Bangalore stijl. Dat betekent dus met veel 90's muziek, vuurwerk dat meer richting mensen en huizen is gericht dan naar de lucht, eten dat van de afhaalchinees komt en met duizenden mensen over de hele stad de zon zien opkomen op rooftops.

Daarna ben ik weer even op mijne thesis gevlogen, want 20 januari landde Wander in Mumbai en ik wou dat er al een groot stuk afgewerkt ging zijn voordat hij aankwam. In deze periode heb ik ook wel een week naar het toilet moeten sprinten omdat meneer eens zin had in cornflakes met wat koude melk. Het moet gezegd worden; vervallen melk geeft u een aparte darm-doorstroming. Antibiotica op zo'n momenten is een wondermiddel.

20 januari stond voor de deur en het was tijd om de enige echte Wanna in Mumbai op te pikken. Na één dag in Mumbai door te brengen en alle verhalen eens te horen van het thuisfront, hebben we s'avonds de bus genomen richting Goa. Een bus waarvan wel gezegd mag van worden, dat je er liefst geen knieën voor mocht hebben. Aangekomen op Ajuna Beach hebben we een paar dagen goed laten gaan. Goa-feestjes, verse vis, Kingfisher, bier, koeien die de beste dieven op het strand zijn, het lokale Feni drankje, het ontmoeten van de wildste figuren, zonsopkomsten, hippies, enz... . Wander, die onmiddellijk in het Indische leven werd gezwierd, was na 4 dagen wel goed ziek, maar dag 5 kon hij er weer tegenaan.
Kampvuren, rotsspringen, cruisen met brommerkes, het dice-spel, Old Monk rum en Blue Eye guesthouse dat was de Hampi ervaring. Na Hampi zijn we op de bus gesprongen richting Bangalore, zodat wander ook eens kon zien waar ik de laatste maanden heb doorgebracht. Tim en Bart, twee Belgen van Keerbergen, die we opgepikt hebben in Hampi, zijn ook meegekomen naar Bangalore. Even de batterijen opladen dachten we, ja dat bleek toch niet waar te zijn. Hier was een groot verjaardagsfeest aan de gang en de volgende dag zijn we natuurlijk als twee zombies op de bus richting Munnar gestapt. In Bangalore zijn we ook op het magnifieke idee gekomen om Sri lanka te gaan bezoeken (hier later meer over).

Wander en Kevin, die de volgende dag helemaal klaar waren voor elke berg op te stormen, want ze dachten dat er gene berg te groot voor hen was. Na twee uren stappen met sherpa John, begonnen de kuiten en de dijen het toch goed te voelen. Op de top waren de uitzichten adembenemend. Op de top hebben we de nacht doorgebracht en een lokale "zeer goede vuurmaker", zoals ons gezegd werd, heeft met de nodige benzine het vuur aangestoken om ons een idyllisch moment te bezorgen met de nodige geurhinder natuurlijk :-).
De volgende dag zijn we de Hilltop afgedaald en was het tijd om naar Chennai te gaan. Hier was het idee om de nacht door te brengen in de luchthaven door te brengen. 20 uren voor ons vlucht waren we aangekomen in Chennai, niet in de luchthaven binnen geraakt omdat je pas 3 uren voor je vlucht in de luchthaven binnen mocht. Dan hebben we de meeste tijd op een bankje buiten doorgebracht. Dat was even een kleine misrekening van ons.

Maar dan mannen, DAN kwam Sri Lanka eraan. Toen we in Colombo aankwamen, zeiden ze aan immigratie:"Jullie moeten 2 maanden in Sri Lanka blijven voordat jullie India terug binnen willen!". Natuurlijk verschiet je dan even. Maar er was een mogelijkheid om terug in India binnen te geraken na 8 dagen, want ik en Wander hadden niet de tijd om 2 maanden in Sri Lanka te blijven. We moesten naar de Indische ambassade gaan in Sri Lanka gaan en daar een re-entry formulier invullen zodat we een stempel in ons paspoort kregen om terug India binnen te geraken. Zo gezegd, zo gedaan, maar eerst even langs het ziekenhuis want ik had door de trekking in Munnar een wond op mijn hiel en ik had deze weer niet verzorgd. Mijn rechtervoet was na twee dagen dubbel zo groot dan mijn linkervoet. In het ziekenhuis hebben ze me verzorgd en werd ik weer op antibiotica gezet. Dit probleem ging na een aantal dagen opgelost zijn. Daarna zijn we snel de ambassade binnengesprongen, het formulier ingevuld en dan waren we klaar om Sri Lanka te zien.
De eerste dagen zijn we naar Mirissa gegaan. Dit is een strand in het zuiden van Sri Lanka dat ook getroffen was door de tsunami. Hier kon je snorkelen tussen de koraalriffen, de grootste walvissen ter wereld gaan bekijken, surfen, enz... . Ik mocht niet in het water. Wander is gaan snorkelen en tegen de avond moest hij ook naar de dokter want hij was drie maal gestoken door een zee-egel. Dus op dag twee mochten we allebei niet meer in het water. Maar we lieten ons niet doen. We zijn de walvissen gaan zoeken op een wilde boottocht. We moeten wel zeggen dat we enkel één vliegende vis hebben gezien (afgeript!). Maar dat weekend was ook Bob Marley's verjaardag en dat heeft Mirissa geweten. Op één been hebben we de hele nacht doorgeshaked, gedronken en het hele strand afgeschuimd.

OK, het was terug tijd om even te gaan checken in de indische ambassade ofdat we onze stempel al kregen. Een negatief antwoord, maar we mochten de volgende dag terugkomen. Snel op een 6 uur lange bus jumpen om s'avonds aan te komen aan de voet van Adam's Peak (de hoogste berg in Sri Lanka). Even een powernap, om dan rond 4 uur s'nachts de berg te beginnen beklimmen om de zonsopkomst om half 7 mee te maken. We waren een beetje te laat vertrokken, dus als zotten hebben we die 5200 treden bestormd om de zonsopkomst nog juist mee te maken. Wat een sunrise, het was elke bloed- en zweetdruppel waard.
Terug naar beneden en terug de bus op om terug een weigering te krijgen in de ambassade. Wander kreeg een positief antwoord, maar ik zat vast in Sri Lanka. Donderdag (de avond voor dat we vertrokken) kreeg ik nog één kans. Natuurlijk kreeg ik niet wat er mij beloofd was, de stempel die mij de toegang tot India zou verlenen. Paniek sloeg toe en iedereen werd ingezet om mij terug in India te krijgen (Belgische ambassades, ouders, mijn neef, buitenlandse zaken). Niets hielp dus ik dacht dat ik terug naar België moest. De volgende heb ik enkele malen afscheid genomen van Wander, maar ik legde me er niet bij neer en probeerde alsnog op het vliegtuig te geraken. Elke keer dat ik afscheid nam van Wander, was het geluk aan mijn zijde en stap voor stap geraakte ik dichter bij mijn doel. Zodat ik uiteindelijk op het vliegtuig terug naar Chennai (India) zat. Maar in Chennai moest ik nog door immigratie geraken, want ik voelde mij zoals Tom Hanks in The Terminal (illegaal vastzitten in een terminal van een luchthaven). Maar nadat ik voor twee Indische Immigratie Officiers op God gezworen had dat ik het land ging verlaten voor het einde van mijn visum en niet meer zou terugkomen één van de volgende maanden, KREEG IK MIJN STEMPEL. Een ervaring rijker en moet ik nu in God beginnen geloven? Natuurlijk niet, TII (This Is India). Dat is hoe het hier werkt!!!
Foto's zijn te vinden op facebook en ik beloof mijn blog iets sneller bij te werken de volgende keer. Deze week komen mijn ouders en volgende maand de boys.

Groeten vanuit India (wie had dat nog kunnen denken)